Lunchen bij een monnik

Zondag 13 juli
Na een ontbijtje met uitzicht op de berg met huizen vertrekken we naar een volgend klooster en dorp. In de auto hebben ik en Daan erover dat we eigenlijk wel een beetje monastery moe zijn.. We schamen ons er een beetje voor. Aangekomen bij het klooster staat er een monnik te wachten met fantastische jampot glazen, volgens mij ziet hij geen ene moer. Hij is denk ik een jaar of 80. Dit klooster is 1018 jaar oud, en toch wel weer indrukwekkend. Ik geloof dat we toch niet klooster moe zijn. Onze chauffeur is nog vrijgezel en de oude monnik bid voor hem (zodat hij een vrouw krijgt), terwijl hij ernaast staat. Hij kijkt een beetje verlegen en ongemakkelijk naar ons als de monnik zijn gebeden opzegt. Daarna krijgt hij een blauwe sjaal en moet hij drie rondjes om de tempel heen lopen. Interessant om eens een monnik aan het werk te zien, tot nu toe hebben we alleen nog maar soort van conciërge monniken gezien die zicht hielden op het klooster. De rest van de monniken waren bij elk klooster naar het zuiden om te studeren. Omdat ik nodig moet plassen vraag ik waar het toilet is, ik krijg twee muurtjes aangewezen met een gat in de grond. Er is geen deur. Daan houdt even de wacht naast de twee muurtjes, want het gat ligt ook nog eens langs de weg. De kans dat er een andere auto aankomt of een voetganger is niet zo groot zo afgelegen in de Himalaya maar toch. Dan weer de auto in en bezoeken we het klooster in Pin valley. Dit klooster is heel groot, er wonen zo'n 70 monniken, veel die nog aan het studeren zijn. Bij binnenkomst zien we kinderen (monniken) die hard dingen aan het oplezen zijn. Ik vind het sneu, arme kinderen weg van familie, omdat ze monnik moeten worden. Daan ziet dat er een straf krijgt, dit kind moet zijn hand ophouden en krijgt een tik met een latje. De tempel is nog niet zo heel oud, tien jaar, en daarom mogen we nu wel foto's binnen maken. De ruimte is heel groot, en versierd met kleurrijke afbeeldingen en houtsnijwerk. Vooraan in de tempel staan een aantal buddha en leiders beelden van een aantal meter hoog. En de zijwanden zijn van boven tot onder etalages, gevuld met 1000 kleine beeldjes. Een monnik leidt ons rond, samen met Tagpa. Na de nieuwe tempel bezoeken we nog twee oude (1000 en 200 jaar oud) Deze zijn weer mooi maar ik mag er geen foto's maken. Ik zie in een van de tempels ook een beeld van een vrouwelijke buddhha en een mannelijke, hierbij zit de vrouw bij de man op schoot en lijkt het wel of ze hem zoent. Ik vraag aan de monnik in het Engels of ze aan het zoenen zijn. “Nee” zegt hij. “Dit is yabyum, de liefde van een vader voor zijn dochter”. Ik kijk Daan aan, is dat even uit z'n verband gerukt in Amsterdam.. We zitten vol met vragen maar door het gebrekkige Engels van de monnik en Tagpa komen we niet uit de meer diepzinnige vragen. Dit is wel erg jammer. Nadat we uit de laatste tempel komen, waarbij ik weer niet in een van de kamers mocht maar wel vanaf de drempel mocht toekijken (boys only) voel ik me een beetje duizelig. Ik hou me maar even aan Daan vast. Tagpa ziet het en vraagt of we trek hebben. Dat hebben we wel. We lopen met de monnik en Tagpa mee en komen uiteindelijk in de kamer van de monnik. Een kamertje van zo'n 9 m² waar hij slaapt, kookt en studeert. We mogen plaats nemen op z'n bed, tegenover ons zitten Tagpa en de chauffeur op een kleed. Er wordt ons gevraagd of we trek hebben in noodles. Dat klinkt ons goed in de oren. De monnik zet alvast wat water op het vuur en zet de waterkoker aan. De kamer is volgehangen met foto's van boeddhistische leiders en goden. Als de (Maggi) noodles klaar zijn schept hij voor iedereen op behalve voor zichzelf. Gasten eerst zegt hij, en daarna zegt ie dat hij al gegeten heeft, ik geloof dat laatste niet echt. Ze hebben een hoop lol met z'n drieën. Wij hebben uiteraard geen idee waar het over gaat, ze spreken in hun eigen taal. Na een half uurtje bedanken we hem en laten we hem achter met de vuile vaat en een lege maag(?). We vertrekken naar een homestay in een dorp met vier huizen, lekker rustig. Aangekomen vraagt Tagpa of we traditionele pap willen proberen. Een klein beetje dan.. Boven in het restaurant maakt hij het voor onze neus klaar. Warm water met kruiden, een schep boter, suiker, een schep gedroogde kaas (paneer) en een schep mout. Het ziet er verschrikkelijk ranzig uit en we moeten lachen van de zenuwen. Moeten we dit echt opeten? Helemaal? Voorzichtig probeert Daan een hapje en daarna ik. Maar het is echt niet lekker! Tagpa moet hard lachen, ik denk om onze gezichten. We bieden onze excuses aan, hij zegt dat dat niet nodig is. Ik hoop het maar! Om hem ook iets Nederlands te laten proeven geven we hem onze twee stroopwafels. Hij vind het erg lekker zegt hij. 'Indian porridge not good, Dutch food good!“. Na het pap verhaal gaan we terug naar onze kamer. Even lekker warm douchen…nou niet dus! Toen we vanmiddag aankwamen hadden we alleen warm water, en nu komt er alleen maar koud water uit de kraan. Dan maar snel met koud water! Lekker verfrissend! Even al dat stof eraf! Niet lang daarna worden we naar beneden geroepen voor het avondeten. We lopen naar beneden naar het huisje van de familie, we moeten eerst door een gang (die ruikt naar biobak) naar de huiskamer. Voor we de huiskamer betreden moeten we eerst onze schoenen uitdoen. Daar aangekomen krijg ik toch weer een beetje last van m'n smetvrees. De grond is vies, er liggen etensresten en wat modder. Behendig stap ik naar de kleedjes waarop je moet zitten, die wat schoner zijn. Midden in de woonkamer staat een kookstel die brand door er gedroogde (yak/ezel/koe) stront in te gooien. Onze chauffeur is lekker aan het graaien in de emmer met gedroogde stront en gooit het in de kachel. Tagpa heeft soep en momo's (gestoomde deegballetjes met groenten) gemaakt en zodra we zitten krijgen we de soep voorgeschoteld. Tijdens het soep eten kijk ik m'n ogen uit. Echt iedereen die in de woonkamer zit kan wel wat schone kleren gebruiken. Maar ik ruik niets, en de soep en de momo's smaken heerlijk. Na het avondeten lopen we weer naar onze kamer om te slapen. Midden in de nacht wordt ik wakker omdat ik naar de wc moet, ik kijk snel even door het raam naar buiten. De maan verlicht het huisje van de familie, en de velden met gewassen, het is een mooi gezicht.